Natuurinclusieve landbouw en lokale voedselproductie

Onder begeleiding van:

  • Maria-Franca Dekkers – Wageningen University & Research (WUR)

Documentatie vooraf

Verslag workshop

De workshop

Wat is natuurinclusieve landbouw en wat is nodig om dit stap voor stap samen te realiseren in Landschapspark de Rotte?

De term natuurinclusieve landbouw wordt de laatste jaren veel gebruikt in het streven om de voedselproductie minder belastend en omgevingsvriendelijker te maken. De term werd in 2014 geïntroduceerd in de Rijksvisie Natuurlijk Verder (EZ). Sinds die tijd duikt het begrip steeds vaker op als inspirerend houvast in discussies over landbouw en natuur, evenwel zonder dat het handen en voeten krijgt.

“Natuurinclusieve landbouw wordt vaak opgevat als statisch begrip: iets is wel of niet natuurinclusief,” zegt Anne van Doorn van Wageningen Environmental Research (Alterra). “Maar beter is het om het op te vatten als richting voor een zoektocht, voor de transitie die nodig is om agrarische bedrijven ecologisch robuust te krijgen voor de toekomst.” Kern is dat de landbouw wordt bedreven als werken aan en in een levend ecosysteem en niet als een voedselfabriek. Natuurinclusieve landbouw moet leiden naar een landbouw die hoogwaardig en veilig voedsel oplevert, die het milieu minder belast én zorgt voor verbetering van biodiversiteit op het boerenland én de belevingswaarde van het agrarisch landschap verhoogt. Dat is zeer veelomvattend en niet in één stap te bereiken, maar vergt een lang proces waarin elke stap weer iets beters oplevert dan de vorige. Brede betrokkenheid is noodzakelijk: steun is nodig vanuit de landbouwsector, vanuit het beleid en vanuit de rest van de samenleving, tot en met de consumenten.

Steeds meer agrariërs maken zich klaar voor de toekomst en investeren in een duurzame toekomst. Gelijktijdig ontwikkelt de omgeving om hen heen en neemt de druk op het gebied waar zij in ondernemen toe. Er is een spanningsveld tussen agrariërs, markt, overheid, bank en burger. Perspectief is nodig.

Wat betekent dit in het Landschapspark de Rotte? Wat is natuurinclusieve landbouw precies en wat gebeurt al op dit vlak. Waar willen we naar toe en hoe kunnen we hier samen in optrekken als gelijkwaardige partners?

De workshop
In de workshop gaan we samen nadenken hoe we de transitie naar Natuurinclusieve landbouw in het Landschapspark de Rotte vorm kunnen geven. Dit met de kennis van de plannen die er zijn, waar natuur, recreatie en landbouw samen gaan. De vragen die we tijdens deze workshop willen behandelen zijn:

  • Wat verstaan jullie onder natuurinclusieve landbouw?
  • Wat is de definitie van natuurinclusieve landbouw?
  • Wat gebeurt al in het Landschapspark de Rotte als het gaat om natuurinclusieve landbouw?
  • Wat zijn goede voorbeelden uit den lande? En waarom zijn dit goede voorbeelden?
  • Wat is er nodig als we over 10 jaar de polder samen goed ingericht willen hebben, zodat er plek is voor natuur, recreatie EN rendabele natuurinclusieve landbouw,?
  • Hoe kan samenwerking hier een rol in spelen? Welke vorm van samenwerking heb je nodig om dit te realiseren? Wie zijn de partners?

Resultaat

Samenvatting

Dat alle partijen aan tafel zaten en het gesprek aan wilden gaan was een belangrijke stap. Er was ruimte voor de huidige eigenaren / gebruikers van gronden in de polders om hun pijn en frustratie over het voorgaande proces te uiten, maar ook ruimte om vooruit te kijken. Dit gesprek was een eerste stap naar een betere manier van samenwerken. Uit het gesprek werd duidelijk dat er behoefte is aan een algemene lange termijnvisie voor de Eendragtspolder en de Noordelijke polders vanuit de overheid. De deelnemers waren zich bewust van het belang en de noodzaak van een transitie in de landbouw richting natuurinclusieve landbouw. Er is echter discussie over de betekenis van natuurinclusieve landbouw. Het is daarom belangrijk om hier eerst duidelijkheid in te verschaffen. Uit de workshop bleek dat er behoefte is om objectief te kijken naar wat er al is als het gaat om natuurinclusieve landbouw: wat is de stand van zaken qua biodiversiteit en gewasdiversiteit en welke maatregelen worden al toegepast. Met deze objectieve beoordeling weet je de huidige stand van zaken en kun je beoordelen wat er nog moet gebeuren. Die 0-meting kun je gebruiken om doelen te stellen voor de korte en lange termijn. Om niet stil te staan tot een dergelijk onderzoek gereed is, is het wenselijk om gelijktijdig een projectverkenning te doen voor de Eendragtspolder: hoe kun je met degene die verder willen met natuurinclusieve landbouw, ook echt die stap maken? Wat houdt het in en wat is er mogelijk? Wie willen er mee doen? Wie moet er bij betrokken zijn en in welke rol? Hoe realiseer je dit?

Conclusies

Fase: agenderen (onderzoek) en activeren (kleine stapjes)

  • De belangrijkste uitkomsten van deze workshop zijn:
    1. Dat alle partijen aan tafel zaten en het gesprek aan wilden gaan. Gezien de voorgeschiedenis was dit niet vanzelfsprekend. Er was ruimte voor de boeren om hun pijn en frustratie over het voorgaande proces te uiten, maar ook ruimte om vooruit te kijken. Dit gesprek was een eerste stap naar een betere manier van samenwerken en moet een vervolg krijgen.
    2. Er is behoefte aan een lange termijnvisie voor de Eendragtspolder en de Noordelijke polders. Duidelijkheid over de ambities en plannen van de verschillende stakeholders wat de polders aangaat is zeer gewenst!
    3. Er is bewustwording dat natuurinclusieve landbouw belangrijk/noodzakelijk is en dat er iets moet gebeuren. Wel is nog veel discussie over wat natuurinclusieve landbouw is. De meningen verschillen hierover en het is daarom belangrijk om concreet te maken wat Natuurinclusieve Landbouw inhoud. Als dit duidelijk is, zal de volgende stap moeten zijn om te inventariseren of en zo ja wat en waar dit al toegepast wordt in het gebied.
  • Het thema zit in de volgende fase:
    Het thema zit deels in de agenderende fase en deels in de activerende fase. Agenderend: er moet een lange termijn visie komen en onderzoek gedaan worden naar de opties voor natuurinclusieve landbouw in het gebied. Activerend: er worden al kleine stapjes gezet en er kunnen nog meer stapjes gezet worden terwijl het onderzoek loopt. Deze fases kunnen parallel lopen.
  • De belangrijkste vervolgstap is:
    1. Een algemene (lange termijn) visie ontwikkelen voor de landbouw in de Eendragtspolder en de Noordelijke polders.
    2. Een projectverkenning voor de Eendragtspolder: Hoe kun je met degene die verder willen met natuurinclusieve landbouw ook echt die stap maken. Wat houdt het in en wat is er mogelijk? Wie willen er mee doen? Wie moet er bij betrokken zijn en in welke rol? Hoe realiseer je dit?
    3. Een objectieve beoordeling, een 0-meting, van het gebied als het gaat om natuurinclusieve landbouw: wat is de stand van zaken qua biodiversiteit en gewasdiversiteit en welke maatregelen worden al toegepast. Met deze objectieve beoordeling weet je wat er al is en wat er nog moet gebeuren. Je hebt tevens de 0-meting en kunt hieraan een duidelijk doel stellen.
  • De trekker is/kan zijn:
    1. Voor de algemene visie is dit het Recreatieschap Rottemeren, de gemeente Zuidplas en de provincie Zuid-Holland.
    2. De verantwoordelijkheid voor de projectverkenning voor de Eendragtspolder ligt bij het Recreatieschap Rottemeren. In het proces van kijken wat mogelijk is en een plan maken, wordt er gepraat met grondeigenaren en gebruikers. Mogelijk zou de WUR een ondersteunende rol bij de projectverkenning kunnen hebben.
    3. Voor de 0-meting/ of de onafhankelijke analyse van het gebied ligt een rol voor de WUR (samen met anderen professionele partijen). Dit moet wel op opdrachtbasis zijn. Dat maakt dat het Recreatieschap Rottemeren of Provincie Zuid-Holland de trekker moeten zijn en dat er financiële middelen beschikbaar moeten zijn.
  • De partijen die er bij betrokken moeten zijn, zijn:
    1. Grondeigenaren
    2. Gebruikers van de grond (huurders, pachters, eigenaren)
    3. Overheden
    4. Professionals zoals de WUR
  • De rol die de workshopbegeleider voor zichzelf ziet is:
    De WUR kan ondersteunen bij de projectverkenning en samen met andere partijen de 0-meting/ onafhankelijke analyse verzorgen. Dit is echter wel alleen op basis van een opdracht.
Verslag