Droppings in de polder
Iedereen kent het verhaal van het bombardement op Rotterdam. De totale verwoesting van de stad op 14 mei 1940 dwingt de Nederlanders op de knieën en leidt tot de volledige overgave van Nederland aan de Duitsers de dag erna. Veel minder mensen weten dat in en om Rotterdam het verzet tegen de indringers doorgaat. De polders rondom Rotterdam spelen hierbij een belangrijke rol. Jan Rozendaal, die Jan Roos als schuilnaam gebruikt, geeft leiding aan de verzetsgroep in Bleiswijk en Berkel en Rodenrijs. Hij komt uit een gezin van dertien kinderen, die stuk voor stuk in het verzet zitten. Eerst helpt hij voornamelijk onderduikers in Rotterdam en daaromheen, maar vanaf 1944 komt daar een grote verantwoordelijkheid bij: het opvangen van geallieerde ‘droppings’. Na een besluit van koningin Wilhelmina, waarin alle verzetsleden zich officieel militair mogen noemen, wordt het verzet gestructureerd vanuit Engeland en leveren vliegtuigen wapens aan door ze te droppen in de polder. Jan Roos en zijn groep ontvangen tot 1945 24 droppings in de polders van Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk, Boskoop, Moerkapelle en Zoetermeer. De wapens met munitie zitten in langwerpige kokers, die diep in de nacht aan een parachute op het land neerdalen. Eerst seinen de verzetsstrijders naar het vliegtuig met lampen of lichtkogels waar de pakketjes moeten neerkomen. Dan is het afwachten en zo snel mogelijk de kokers verplaatsen naar een veilige plek. Dit was natuurlijk ontzettend spannend. Een ooggetuige beschrijft: ‘Het was voor ons bij iedere dropping weer een gevecht van angst, zenuwen, spanning en zweet hoe het zou aflopen. Maar (…) zodra wij de wapens uit de lucht zagen vallen, maakten alle emoties plaats voor de wetenschap dat wij met deze wapens tegen de Duitsers konden vechten.’ Het is niet de dropping, maar het vervoer dat het gevaarlijkst is. De bezetters durven midden in de nacht niet de polders in te komen, maar als ze een vervoerder betrappen moet hij het vaak met de dood bekopen. Gelukkig gaat het ook vaak goed, bijvoorbeeld met transport van wapens over de Rotte richting Rotterdam. Verborgen in tuindersschuiten vinden de wapens hun weg naar de stad. Mede dankzij de dappere strijd van Jan Roos en zijn kameraden worden Rotterdam en de dorpjes eromheen op 5 mei 1945 bevrijd.