Ontdekkers en hervormers

1450 tot 1600

Door de ontginningen klinkt het land langs de Rotte in en gaat het zakken. Langzaam maar zeker komt  het land lager te liggen dan de rivier. Men gaat molens bouwen om het waterniveau in de polders op peil te houden.

Blaauwe Molen

Rond 1500 staan er zo’n 17 molens langs de Rotte. Eén hiervan is de Blaauwe Molen vlakbij Pompenburg. De versie uit 1663 heeft nog lang gedraaid maar is in de Tweede Wereldoorlog vernietigd.

Mensen hebben ontdekt dat als je veen droogt het goede brandstof is: turf. In eerste instantie steken de boeren turf voor eigen gebruik. Door de groei van steden zoals Rotterdam en Gouda wordt turfwinning  commercieel interessant. Turf wordt in grote hoeveelheden gestoken waardoor steeds meer land onder water loopt. Vanaf circa 1530 gaat men turf baggeren met baggerbeugels. Dit zijn een soort schepnetten aan lange stelen waarmee turf onder water vandaan kan worden gehaald. Al snel ontstaan hierdoor grote plassen. De omgeving van Rotterdam staat bijna helemaal onder water.

Bergse Plassen en Kralingse Plas

Overblijfselen uit die tijd zijn de Bergse Plassen bij Hillegersberg en de Kralingse Plas in Kralingen.

Ontstaan Moerkapelle

Rond 1400 ontstaat het dorp Moerkapelle doordat hier veel turfstekers gaan wonen.

Verwoestingen tijdens Hoekse en Kabeljauwse Twisten

De Hoekse en Kabeljauwse Twisten (1350 – 1490) laten een spoor van vernieling achter in Nederland. Rotterdam weet het conflict om het graafschap van Holland lang te vermijden, maar in 1418 raken de Hoeken en Kabeljauwen toch slaags in de stad.Verschillende gebouwen bij de Rotte worden in deze oorlog verwoest: het ‘riddermatige huis’ Cranenburg, het Hof van Weena, Slot Honingenen, Slot Bulgersteijn, kasteel Hillegersberg en de Hillegondakerk. Rebellenleider Willem Nagel is hiervoor verantwoordelijk in opdracht van Jacoba van Beieren.

In 1492 en 1493 wordt de schutsluis bij de Hildam kort en klein geslagen. Deze sluis is onderdeel van een sluiproute voor handelaren, waarmee ze de tol bij Gouda en Dordrecht vermijden. Daar zijn die steden niet zo blij mee. Ze sturen een knokploeg om de sluis onklaar te maken. Na een proces wordt het verlaat gedicht en wordt het een overtoom uitsluitend voor de lokale handel.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568 – 1648) vallen de Spanjaarden Rotterdam binnen. Tijdens de gevechten vallen veel doden. Na vertrek van de Spanjaarden in 1572 wordt Rotterdam loyaal aan Willem van Oranje.

Reformatie Laurenskerk en kerk Oud-Kralingen

erasmus beeld

Beeld van Erasmus op Grotekerkplein

De Sint-Laurenskerk die tussen circa 1449 en 1525 is gebouwd vlakbij de Rotte-dam is altijd katholiek geweest. Tijdens de reformatie na het vertrek van de Spanjaarden wordt hij meteen protestants. Ditzelfde geldt voor de kerk van Oud-Kralingen. Restanten van deze kerk zijn nu onderdeel van grafkamers op de begraafplaats Oud-Kralingen.

Standbeeld Erasmus Roterodamus

Vlak achter de Laurenskerk wordt in 1466 een internationale bekenheid geboren. Desiderius Erasmus staat onder andere bekend als humanist, theoloog en filosoof. Als eerbetoon aan zijn geboorteplaats noemt hij zichzelf Desiderius Erasmus Roterodamus. Van Erasmus is in 1622 een bronzen standbeeld gemaakt, dat staat op het Grotekerkplein. Het standbeeld is het oudste bronzen standbeeld van Nederland.

Na de val van Antwerpen in 1585 stroomt Rotterdam vol met migranten uit de Zuidelijke Nederlanden, die op de vlucht zijn voor de Spanjaarden. Onder invloed van hun ideeën en de verschuivende handel van Antwerpen naar Amsterdam bloeit de Rotterdamse economie op en groeit de stad enorm. Van 7.000 inwoners in 1560 breidt de stad zich uit naar 20.000 inwoners in 1620.

Schat in een schoen

In 2013 is vlakbij de Rotte-dam onder de grond een muntschat in een schoen gevonden. Deze is waarschijnlijk rond 1592 verstopt door de eigenaar, misschien uit angst voor Spanjaarden of andere plunderaars.